Het stillen van de mind door oefening en onthechting

Een definitie van yoga is:het stopzetten van de schommelingen van de mind.  Mind is in het Nederlands geest, of gedachten. Geest heeft zoveel connotaties in onze taal en schept vaak verwarring. Veel mensen denken aan hun geloof of de kerk bij het woord geest, en weer anderen gebruiken Ziel en Geest door elkaar heen.  Het Engels Mind is een mooie dekmantel voor alles wat wij bedenken in ons hoofd, en wat ons afleidt uit de realiteit. Mind zit niet alleen in ons hoofd, het zijn ook gedachten over emoties en ook emoties zelf.  Yoga heeft als doel het stillen van de schommelingen in onze mind. Twee oefeningen zijn daarbij essentieel. Die heten in de yogataal (sanskrit) Abhyasa en Vairagya.  Abhyasa betekent regelmatige toegewijde oefening, in verbinding met je lichaam, hoofd en hart. Dus niet alleen de fysieke, gymnastische, yogahoudingen uitvoeren, maar altijd op een bewuste manier, in verbinding met jezelf.  Vairagya is de yogabeoefening die je leert om vrij te worden van impulsen, verlangens en hebzucht. Dit doe je in meditatie en door stil te zitten en te concentreren. Het zorgt ervoor dat je minder gaat hechten aan bezit en gewoontes die je hinderen om verder te komen.

De twee yoga oefeningen Abhyasa en Vairagya horen bijelkaar zoals dag en nacht. Hatha van Hatha yoga betekent Zon (HA) en maan (THA). Abhyasa hoort bij Ha, de schijnende zon, en Vairagya hoort bij tha, de reflecterende maan. De fysieke yoga en ademhalingsoefeningen zetten je op weg naar je binnenste kern. Het oefenen van meditatie en concentratie en stil zitten leren je afstand te nemen en impulsen te beheersen, en uiteindelijk te onthechten. Het gaat ook over het loslaten en weggooien van overtuigingen die jouw vooruitgang in yoga dwarsbomen.

De twee yoga oefeningen kunnen niet zonder elkaar. Als je alleen maar fysiek werkt, zonder te reflecteren, of je zelf halt toe te roepen, zullen de opgebouwde krachten uit hun voegen barsten en de controle verliezen. Andersom zal alleen mediteren en reflecteren leiden tot stagnatie en stilstand. De fysieke oefening is een opbouwend proces, meditatie en reflectie zijn voor consolidatie. Wanneer onze slome passieve stemming door de beoefening verandert in een superactieve, is het weer nodig om op de rem te trappen, en innerlijke stabiliteit te zoeken.